Met een drone vliegen in de buurt van mensen

THIS PAGE IS ALSO AVAILABLE IN:

Voordat u gaat vliegen, moet u controleren waar het gebruik van drones precies toegestaan is. Dit staat in detail uitgelegd in het EASA Light-artikel “Geografische zones – waar kunt u uw drone gebruiken?” Ongeacht de vlieglocatie zult u waarschijnlijk ook rekening moeten houden met de veiligheid van eventuele personen die in het gebied aanwezig kunnen zijn. Bij het uitvoeren van vluchten in de categorie “open” mag u over het algemeen niet boven mensen vliegen die niet betrokken zijn bij de dronevlucht/-activiteit. U moet dus een bepaalde afstand bewaren ten opzichte van mensen en eigendommen, zowel om hun veiligheid te verzekeren als om hun privacy te respecteren.

In dit artikel wordt dieper ingegaan op wat er wordt bedoeld met al dan niet betrokken personen in de dronevoorschriften van EASA. Deze informatie leert u op een veilige manier met uw drone in de buurt van mensen vliegen en verschaft u meer inzicht in wat mag en niet mag.

Betrokken personen

Volgens de dronevoorschriften omvatten de “betrokken personen” de dronepiloot op afstand, de waarnemer, de exploitant en de klant. Al naargelang de situatie kunnen al deze personen dan wel enkelen van hen op de vlieglocatie aanwezig zijn. De klant kan bijvoorbeeld een persoon zijn die wordt gefilmd of gewoon iemand die toezicht houdt op de werkzaamheden. Al deze personen kennen het vliegplan, weten waarvoor de drone wordt gebruikt en zijn op de hoogte van de instructies en veiligheidsvoorschriften van de piloot.

De betrokken personen moeten zich concentreren op de uitgevoerde vlucht en mogen zich niet laten afleiden door bijvoorbeeld telefoongesprekken of snacks. Terwijl de vlucht wordt uitgevoerd, moeten de betrokken personen te allen tijde weten waar de drone zich bevindt en moeten zij klaarstaan om zichzelf en anderen te beschermen als de drone zich onverwacht gaat gedragen.

In het kader van de risicobeoordeling die u verricht voordat de vlucht wordt uitgevoerd, moet u bedenken hoe “betrokken” en “niet-betrokken” personen zouden kunnen reageren als de drone plots uit de lucht valt en nagaan of de aanwezigen op obstakels zouden kunnen stuiten als zij proberen te vluchten.

Niet-betrokken personen

Iedereen die hierboven niet is genoemd, wordt over het algemeen als “niet-betrokken persoon” beschouwd. Deze mensen nemen niet deel aan de activiteit en zijn er zich misschien zelfs niet bewust van. Dieren worden ook als “niet-betrokken” beschouwd, dus vergeet daar geen rekening mee te houden.  

Een menigte is per definitie “niet-betrokken”. “Menigten” hoeven niet per se een bepaald aantal mensen te omvatten; het gaat veeleer om de mogelijk beperkte beweegruimte voor de personen in die menigte en de eventuele moeilijkheden die zij kunnen ondervinden wanneer zij een drone zouden moeten ontwijken waarover de piloot de controle heeft verloren. Als de aanwezigen zo dicht op elkaar staan dat zij niet gemakkelijk kunnen ontsnappen of uit de weg kunnen gaan, wordt van een “bijeenkomst van mensen” gesproken (dit is de term die wordt gebezigd in de droneverordening). 

Er is bijvoorbeeld sprake van een bijeenkomst van mensen bij: 

  • sportieve, culturele, religieuze of politieke evenementen;
  • stranden of parken op zonnige dagen;
  • winkelstraten tijdens de openingstijden van de winkels;
  • skioorden/-pistes/-trajecten, of  
  • voetgangers of autobestuurders die op straat onderweg zijn enz.

Boven mensen vliegen met verschillende soorten drones

Zoals al eerder gezegd, mag een drone normaal gezien niet boven mensen vliegen. Er wordt een uitzondering gemaakt voor door een particulier gebouwde drones die minder dan 250 gram wegen of op de markt gekochte drones die een etiket dragen met vermelding van de klasse 0 of 1 (verplicht vanaf 1 januari 2024) en die zijn goedgekeurd voor vluchten in subcategorie A1. Ook dan moet het vliegen boven mensen echter tot een minimum worden beperkt.

Drones van klasse C3 en C4 moeten 150 meter van stedelijke gebieden verwijderd blijven en moeten een minimale afstand van 30 meter bewaren ten opzichte van menigten. Al onze infographics voor drones staan op de EASA-website.

Alleen drones die zijn gemarkeerd als klasse C2 of die vluchten uitvoeren in subcategorie A2 mogen zich in de buurt van mensen begeven. Als algemene regel geldt dat de zijdelingse afstand tussen de drone en elke niet-betrokken persoon niet kleiner mag zijn dan de vlieghoogte (dit wordt ook wel de “1:1-regel” genoemd: een drone die bijvoorbeeld 40 meter hoog vliegt, moet minstens 40 meter van alle niet-betrokken personen verwijderd blijven). Bovendien mag de horizontale afstand tussen de drone en een niet-betrokken persoon nooit kleiner zijn dan 30 meter. Drones die over een lagesnelheidsmodus beschikken, mogen tot op een afstand van 5 meter van niet-betrokken personen vliegen wanneer die modus ingeschakeld is.   

Minimale afstand tot personen

In alle andere gevallen (d.w.z. bij drones die als klasse 3, 4, 5 of 6 zijn gemarkeerd of door een particulier zijn gebouwd en meer wegen dan 250 gram) moet u ervoor zorgen dat er geen niet-betrokken personen aanwezig zijn binnen het bereik van de uitgevoerde vlucht.  

Als dronepiloot/-exploitant draagt u de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van alles en iedereen om u heen. Tegelijkertijd dient u de sector naar behoren te vertegenwoordigen en te tonen hoe spannend, vermakelijk en veilig het is om met een drone te vliegen. Daarom is het belangrijk om vóór elke vlucht een risicobeoordeling uit te voeren, zodat u voorkomt dat er zich later problemen voordoen.

Blijf op de hoogte – volg EASA Light

EASA deelt alle recente dronegerelateerde informatie op EASA Light.

Maak een account aan en volg ons op EASA Light om op de hoogte te blijven!